Van de iconische waterlelies van het Franse Giverny tot de geurige bloemen van de Generalife in Granada: ontdek 10 van de mooiste tuinen van Europa.
Wist je dat 13 april Internationale Planten Waarderingsdag is? De dag staat in het teken van planten en tuinieren en viert hun heilzame werking op onze fysieke en mentale gezondheid. Voor veel reizigers is contact met de natuur erg belangrijk, ook als ze een stad bezoeken. Het is een broodnodig moment van ontspanning dat zorgt voor nieuwe energie, rust, mooie foto’s en kleurrijke herinneringen.
Gelukkig voor ons is Europa rijk aan prachtige tuinen, zowel in steden als daarbuiten, die gemakkelijk bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Lees verder om tien van de mooiste tuinen van Europa te ontdekken, natuurlijke oases die de reis waard zijn:
1. Tuinen van Giverny, Frankrijk
Als je een schilderij van Monet binnen wil stappen, ga dan naar de tuin van deze meester van het impressionisme bij zijn huis in Giverny. Hij hield erg van tuinieren en ontwierp de tuin daarom zelf toen hij in 1883 vanuit Parijs naar Giverny verhuisde. Zijn beroemde schilderijenserie De Waterlelies geeft de sfeer van de tuin perfect weer. Met de exotische bloemen, de waterplanten en de door Japan geïnspireerde brug waan je je in een sprookje. Als je naar Parijs reist, onthoud dan dat er ook veel excursies inclusief vervoer zijn die van de hoofdstad naar dit prachtige gebied op het Franse platteland gaan.
Ver esta publicación en Instagram
2. De Keukenhof, Nederland
Dit is ongetwijfeld de beroemdste tuin van Nederland! En hoewel het toeristen van over de hele wereld trekt, is het voor Nederlanders zelf ook zeker een must. De Keukenhof is alleen in de lentemaanden geopend, wanneer de explosie van kleurrijke bloemen voor het idyllisch plaatje zorgt. Om precies te zijn bloeien er zeven miljoen tulpen, rozen en narcissen. Daarnaast kun je bij de bloemenshows nog een aantal prachtige en exotische plantensoorten ontdekken. Tips voor een bezoek aan de Keukenhof lees je hier.
View this post on Instagram
3. Tuinen op het eiland Mainau, Duitsland
In het Bodenmeer, in het zuidwesten van Duitsland, ligt het eiland Mainau, in de volksmond ook wel “bloemeneiland” genoemd. Waarom? Nou, het eiland is namelijk een groot park, met een goed verzorgde vegetatie, waaronder duizenden bloemen en alle insecten die erbij horen. Hoewel je moet betalen om het eiland te betreden, is het bezoek de moeite waard. Bovendien is het een perfect uitje voor het hele gezin, want de routes rond het eiland zijn leuk voor zowel volwassenen als kinderen.
View this post on Instagram
4. Tuinen van Castel Gondolfo, Italië
De pauselijke villa’s van Castel Gandolfo, bij Rome, zijn sinds de 17e eeuw de zomerresidentie van de pausen, en sinds enige tijd zijn hun ongelooflijke pauselijke tuinen opengesteld voor het publiek. Deze omvatten de Barberini-tuin, de Magnolia-tuin en de Belvedere-tuin. Het architectonische complex heeft ook een vijver met de beeltenis van de Madonna, genaamd Viale dei Ninfei, een Romeins amfitheater, ondergrondse galerijen en meer.
View this post on Instagram
5. Boboli-tuinen, Italië
We blijven nog even in Italië, maar nu gaan we naar Florence om de Boboli-tuinen te bezoeken, een waar openluchtmuseum. Er staan talrijke beeldhouwwerken uit de 16e, 17e en 18e eeuw, waaronder de beroemde Badende Venus van Giambologna. Er is ook een theater, fonteinen en verschillende grotten. Maak je ervaring compleet met een bezoek aan Palazzo Pitti, de thuisbasis van verschillende musea.
6. Tuinen van Versailles, Frankrijk
Laten we het eens niet hebben over het spectaculaire paleis van Versailles, maar over de tuinen. 800 hectare aan park met vijvers, beeldhouwwerken en fonteinen die ons terugvoeren naar de pracht en praal uit de tijd van Lodewijk XIV. Water speelt een belangrijke rol in de tuin en je zult het horen stromen, waar in de tuinen je ook bent. Vergeet niet een bezoek te brengen aan L’Orangerie, met meer dan 1500 bomen, en aan het Grand Canal, de vijver die een van de hoogtepunten van het complex vormt.
Ver esta publicación en Instagram
7. Koninklijke Botanische Tuinen van Kew, Engeland
De Royal Botanic Gardens, Kew, in het zuidwesten van Londen, is volgens alles de rijkste botanische tuin ter wereld. Een bezoek aan de tuinen biedt je de unieke kans om meer dan 50.000 planten te ontdekken! De ruimte herbergde oorspronkelijk een exotische tuin met een Chinese pagode, maar in 1840 werd het wat het nu is: een bevoorrechte verzameling flora, met onder meer een herbarium, een bibliotheek, een palmenhuis en een kas met tropische soorten.
View this post on Instagram
8. Tuinen van het Alcázar van Sevilla, Spanje
Het Alcázar van Sevilla, UNESCO-werelderfgoed sinds 1987, is een van de oudste nog in gebruik zijnde paleizen ter wereld. Tijdens je bezoek mag je de spectaculaire tuinen niet missen, waar Arabische elementen zich vermengen met renaissancistische en moderne elementen. Wandelend door de meest emblematische hoekjes, zoals de Grottengalerij of het Paviljoen van Karel V, zul je je misschien enkele scènes uit Game of Thrones herinneren, aangezien deze tuinen het decor waren voor het koninkrijk Dorne.
Ver esta publicación en Instagram
9. Tuinen van de Generalife, Spanje
Tussen de mooiste tuinen van Europa mogen de tuinen van de Generalife in Granada niet ontbreken. Deze bevinden zich buiten de muren van het Alhambra, op de heuvel van Cerro del Sol om precies te zijn. Deze tuinen zijn ook ontworpen in de Moorse stijl die kenmerkend is voor het oude Al-Andalus. Vooral de Patio de la Acequia, de Escalera del Agua en de Patio del Ciprés de la Sultana zijn erg indrukwekkend.
View this post on Instagram
10. Tuinen van Villandry, Frankrijk
Als je het Loiredal bezoekt tijdens een tocht langs de kastelen, raden we je aan te stoppen bij het Château Villandry (en zijn neorenaissance tuinen, natuurlijk!). Dit door Jean le Breton gebouwde kasteel uit de 16e eeuw is omgeven door zes tuinen: de siertuin, de watertuin, de zonnetuin, de decoratieve moestuin, het labyrint en de eenvoudige tuin. Interessant is dat zij werden gemaakt in opdracht van een Spanjaard, Dr. Joaquín Carvallo, die het complex in 1906 verwierf en het restaureerde.